Nederlandse ondernemers denken vaak te gemakkelijk over de groeimogelijkheden op de naburige Duitse markt. Die zijn er wel, maar de valkuilen zijn ook legio, zo ervaren onder meer Nederlandse aannemers.
Duitsland is de grootste exportpartner van Nederland en biedt in principe grote kansen voor Nederlandse ondernemers. Maar die verkijken zich vaak op cultuurverschillen en specifieke omstandigheden die ondernemen in Duitsland minder makkelijk maken dan het lijkt.
Adviesclubs Gateway to Germany stelde drie jaar geleden al een top tien samen van meest voorkomende valkuilen. Die liggen bij bekende verschillen, zoals de Duitse gevoeligheid voor punctualiteit en precisie, en de afkeer van een al te informele benadering in de persoonlijke omgang.
Maar het gaat ook om praktische zaken waar Nederlandse ondernemers zich makkelijk op verkijken: haak niet af na één afwijzing, zorg dat je voorstellen aankaart bij de echte beslissers in Duitse bedrijven en benadruk waar je werkelijk goed in bent. Zie ook het artikel: Ondernemen in Duitsland: Wat Nederlanders vergeten.
Glasvezelinstallateurs in Duitsland
Dat het niet altijd van een leien dakje gaat, is terug te zien bij de ervaringen van kleinere Nederlandse bouwbedrijven op de Duitse markt, zo signaleert Het Financieele Dagblad maandag. “Ze zijn ervan overtuigd kwaliteit te leveren en denken dat ze de Duitse markt met zo gemakkelijk als de Nederlandse aankunnen. Maar ze vergissen zich”, zegt directeur Ruud Doek van Nebudex, een adviesbureau voor bouwbedrijven, tegen de krant.
Het FD verwijst onder meer naar recente problemen van Nederlandse aannemers die glasvezelkabels in Duitsland aanlegden. Tussen de Duitse hoofdaannemer en Nederlandse ondernaannemers bleek het niet soepel te lopen, blijkt uit klachten van Nederlandse aannemers die via tussenpersoon Infra Technics in Duitsland aan de slag gingen.
De geboden tarieven waren hoog, maar Nederlandse ondernaannemers klagen tegenover het FD dat hoofdaannemer Bergert Hoch- und Tiefbau facturen niet betaalde, zonder dat daar volgens hen een redelijke grond voor was.
Van Duitse zijde is het verweer dat de facturen niet goed waren opgesteld en dat de kwaliteit van het werk te wensen over zou laten.
Advocaat en hoogleraar Duits-Nederlandse rechtsbetrekkingen Axel Hagendorn wijst in het FD op het belang van diepliggende cultuurverschillen. "De Nederlander denkt bijvoorbeeld dat als het persoonlijk goed klikt en de opdracht is vergeven, de rest vanzelf komt. Dient zich een verschil van mening aan dan zegt de Nederlander: komt wel goed en hij probeert het via overleg op te lossen. Zo werkt dat voor een Duitser niet."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl